Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Ak paragraaf 8 t/m 13 H2 (paragraaf 11, het klimaat nu (interglacialen en…
Ak paragraaf 8 t/m 13 H2
Paragraaf 8 ijstijden
afgelopen 2,6 miljoen jaar wisselen ijstijden en interglacialen zich af. (interglacialen warme periodes
ontstaan ijstijden
door een lage hoeveelheid zonnestraling op een hoge breedte in het noordelijk halfrond zorgt voor ijstijden.
de lage hoeveelheid zonnestraling word weer veroorzaakt door de Milankovic variabele de drie variabelen zijn,
excentriciteit
de baan die de aarde draait als de excentriciteit hoog is dan staat in de zomer de aarde wat verder van de zon staat dan normaal wat zorgt voor koude zomers
scheefheid
scheefheid zou nog belangrijker zijn als de aarde scheef staat zijn de winters minder koud en de zomers koeler
precisie
is een tollende beweging van de aarde wat zorgt dat de jaargetijden op een variërende positie in de aardbaan plaatsvinden
als er eenmaal een periode is die naar een ijstijd gaat, dan kan dit versneld worden door terugkoppelingsmechanisme, een voorbeeld van een terugkoppelingsmechanisme is het versoren van de thermohaliene circulatie rond de Atlantische Oceaan
-
paragraaf 11, het klimaat nu
-
-
-
-
-
-