Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
aardrijkskunde hoofdstuk 2 (paragraaf 1 (Amazone (tropische regenwouden…
aardrijkskunde hoofdstuk 2
paragraaf 1
Amazone
tropische regenwouden
dichte, ondoordringbare bossen
tropen
tussen 23,5 en 23,5 graden
ruim 30 graden ovverdag
meer dan 2000 mm per jaar neerslag
etages van bomen
biodiversiteit
vele soorten planten en dieren door elkaar
verdwijnt snel
kappen van bossen
ontbossing
komt door ongelijke bevolkingssprijding
natuurlijke hulpbronnen
producten uit de natuur die mensen goeg kunnen gebruiken
tropisch hout
hard en rot niet
duurzaam gebruik
ervoor zorgen dat iets altijd blijft bestaan
herbebossing
weinig kappen+bomen bij planten
oorspronkelijke plantengroei
natuurlijke plantengroei
planten die ergens van nature groeien
zonder ingrijpen van mensen
vegetatie = plantengroei
cultuurgrond
grond die word gebruikt voor akkerbouw of veeteelt
ingericht landschap
cultuur
lanschapzone
natuurlandschap
een groot gebied met de zelfde natuurlijke vegeratie
breedteligging
hoge breedte
koud
lage breedte
warm
zon schijnt schuin op hoge breedte en moet daardoor meer verwarmen
daardoor koud
de zon moet op hoge breedte langer door de dampkring en komt tegen meer stofdeeltjes en wolken aan waardoor er meer wordt teruggekaatst
neerslag
opstijgende lucht
koelt af
koude lucht kan minder goed water vasthouden
neerslag!
stijgingsregen
warm bij de evenaar
lucht warmt op
stijgt
koelt af door hoogte
koude lucht kan minder goed water vathouden
stuwingsregen!
paragraaf 2
droog gebied
mali
arm
west afrika
droog
steppes
grassen en kleine struikjes
midden
sahara
woestijn
zand rotsen of grind
noorden
savanne
lange grassen en groepjes bomen
nomaden
bewoners die rondtrekken
extensieve veeteelt
weinig vee per hectare
mensen met een vaste woonplaats
oase
akkers
irrigratie
kunstmatige bewatering van gewassen
sahel
in het midden
neerslag is onbetrouwbaar
verzilting
zout worden van de bodem
snelle bevolkingsgroei
meer voedsel nodig
meer vee nodig
overbeweiding
als er teveel vee graast op te weinig weidegrond
kans op verwoestijning
uitbrijding van de woestijn
droogte
lucht die daalt warm op
warme lucht kan meer water bevatten
bewolking lost op
zon gaat schijnen
droogte!
steppe en woestijnen
paragraaf 3
poolgebied
toendra
in de zomer drassig
permafrost
altijd bevroren grond
inuit
vroeger eskimo`s
hebben nu ook gewoon auto`s en sneeuwscooters
groenland
grootste eiland op aarde
alleen in het kustgebied wonen mensen
vooral in dorpen
echte steden zijn er niet
koud
gemiddeld 6,5 graden
boomgrens
gemiddeld kouder dan 10 graden
eeuwige sneeuw
word dikker en samengeperst tot ijs
landijs
in groenland >3000 m dik
zee-ijs
pakijs
als er stukken weg drijven heet dat drijfijs
door de opwarming van de aarde kunnen boten via andere routes varen
noordelijke zeeroutes
luchtstreken
temperatuurzones
tropen
breedtecirkels
23,5°= keerkting
gematigde zone
dichts bij de evenaar= suptropen
tussen de keerkringen
66,5= poolcirkel
poolstreken
tussen de poolcikels
loofbos
gemiddeld warmer dan -3°c
naaldbos
taiga
gemiddeld kouder dan -3°c
gemengde bos
overgangsgebied waar loof- en naaldbomen door elkaar groeien
paragraaf 4
rusland
meeste mensen in het westen
in het oosten begint siberië
dunbevolkt gebied met lange, koude winters
taiga
toendra
boven de poolcirkel
gemiddeld kouder dan 10°c
pakijs maakt zeevaart bijna onmogelijk
regenrivieren
rivieren die water opvangen via de regen
in de zomer valt veel regen maar er verdampt ook veel daardoor staat het water laag
de rivieren stromen de verkeerde kant op
de sneeuw smelt
het smeltwater komt in de bovenloop
en stroomt naar het noorden
de benedenloop is dan nog bevroren
waardoor de afwatering slecht is
en dat leidt tot overstromingen
het laatste stuk van de rivier
het eerste stuk van de rivier
in de zomer ligt er bovenop de permafrost een modderlaag
er zijn ook spoorwegen die weg kunnen zakken in de modder
isothermen
lijnen die plaatsen met een gelijke temperatuur met elkaar verbinden
je kan er luchtstreken mee begrenzen
thermische begrenzing
toendra
ten noorden van de boomgrens
permafrost
grassen, mossen en lage struikjes
poolgebied
geen begroeiing
altijd onder de 0°c
paragraaf 5
weer
elke dag anders
het is plaatselijk
veranderlijik
klimaat
het gemiddelde weer in een bepaald gebied over een lange periode
temperatuur en neerslag hebben veel invloed op de landschapszones
klimaatdiagram
een overzicht van het klimaat
china
meeste mensen in het oosten
omdat in het westen bergen zijn en het daar dus te koud is
en er zijn woestijnen dus daar is het te droog
bevolkingsconcentraties
een gebied met een opeenhoping van mensen