Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Klimaten- begrippen (Paragraaf 2 Klimaten op hoge breedte (Toendraklimaat,…
Klimaten- begrippen
Paragraaf 2 Klimaten op hoge breedte
Toendraklimaat
klimaat waar het altijd koud en droog is, met een korte zomer met een temperatuur tussen 0° en 10°C.
Poolklimaat
Klimaat, dat wordt gevonden op en rond de beide poolcirkels. Het kenmerkt zich doordat zowel de winters als de zomers koud zijn.
Landklimaat
klimaattype met koude winters en zeer warme zomers.
Gematigd zeeklimaat
gemiddeld over een jaar gemeten, vochtig klimaat, met relatief gematigde temperaturen
Groeiseizoen
De periode in het jaar waarin de temperatuur hoog genoeg is om de planten te kunnen laten groeien.
Paragraaf 2 Klimaten op lage breedte
Savanneklimaat
Tropisch klimaat met een droge en natte tijd
Steppeklimaat
Klimaat met een korte natte tijd en een lange droge tijd
Tropisch regenwoudklimaat
Een klimaat dat voorkomt in de Tropen
Woestijnklimaat
Klimaat waar de jaarlijkse verdamping goter is dan de neerslag; jaarlijkse neerslag < 200mm
Paragraaf 3 De stand van de zon
Maximumtemperatuur
Minimumtemperatuur
Paragraaf 3 Van de evenaar tot de pool
Evenaar
Invalshoek van de zon
Paragraaf 3 Een deken over de aarde
Atmosfeer