Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Luchtwegen en slokdarm (Slokdarm (Opgebouwd uit 4 lagen: (Submucosa (Laag…
Luchtwegen en slokdarm
Slokdarm
Opgebouwd uit 4 lagen:
-
Muscularis externa
De spierlaag die de darm zijn peristaltiek geeft, gaat over van dwarsgestreepte spieren bij de farynx tot gladde spieren bij de maag
Mucosa
Bestaande uit niet verhoornend meerlagig epitheel wat bij de maag abrupt overgaat in eenlagig cilindrisch epitheel, een laagje bindweesel en de muscularis mucosae
-
Klieren
Glandulae propriae
Komen in de hele oesofagus voor en zijn gelegen in de submucosa. Dit zijn tubuloalveolaire klieren, die slijm produceren en waarvan de uitvoergang door de muscularis mucosae heendringt en omgeven kan zijn met lymfoid weefsel
Cardiaklieren
Gelegen in de lamina propria, nabij de maag, die met een korte uitvoergang in het lumen uitmonden . Ze bevatten hoogcilindrische slijmvormende cellen en incidenteel wandcellen
Ademhalingssysteem
4 delen:
Respiratoire deel
Gevormd door de bronchioli respiratorii, de ductuli alveolares en de hierop aanslutende sacculi alveolares en alveoli
-
Pulmonale circulatie
Bestaande uit een groot capillair bed rond de alveoli waar het bloed onder lage druk, vanuit de rechterventrikel, via de longarterie, doorheen stroomt
-
Ventilatoire pomp
Bestaande uit de borstkas, de tussenribspieren, de hulpademhalingsspieren, het diafragma en het elastisch weefsel van de long
Opgebouwd uit:
Elastische vezels
Vooral gelegen in de lamina propria, het bindweefsel direct onder het epitheel. De concentratie van elastische vezels is omgekeerd evenredig met de doorsnede van de buis; de kleinste bronchioli hebben relatief het grootste aandeel elastine
-
Hyalien kraakbeen
Het kraakbeen in de wand van de trachea is C-vormig, in de bronchien heeft het de vorm van ringen of onregelmatige platen. Het kraakbeen voorkomt dat de wand samenvalt
Respiratoir epitheel
Meerrijig epitheel met trilharen, dat veel slijmbekercellen bevat.
Bekleed het grootste gedeelte van de luchtwegen, het vestibilum nasi is met meerlagig niet-verhoornend plaveiselepitheel bekleed, in de laatste vertakkingen van de bronchiale boom wordt het epitheel eenlagig cilindrisch en vervolgens kubisch in de terminale bronchioli. De alveoli wordt bekleed door eenlagig plat epitheel.
Het aantal slijmbekercellen neemt in de kleinere bronchi af , in de terminale bronchioli ontbreken ze helemaal. Het trilhaar zet zich daar nog wel voort.
-
Longweefsel
Cellen in de alveoli:
Pneumocyten type 1
Bedekken alveolaire ruimte, opruimfunctie
Pneumocyten type 2
Productie surfactant (verlaagd oppervlaktespanning), reservepool
-
Interalveolaire septa
Scheiden alveoli. Bestaan uit een dunne laag bindweefsel met elastische en reticulaire vezels en capillairen, aan weerzijden afgegrensd door de pneumocyten type 1 met hun basale lamina. De basale lamina van een pneumocyt type 1 en die van de capillaire edotheelcellen kunnen fuseren
-