Tekstverbanden

Chronologisch

Opsommend

Tegenstellend

Toelichting

Extra informatie bij een onderwerp

Juiste tijdsvolgorde

Signaalwoorden:
nu, later, eerst, daarna, vervolgend, nadat, terwijl, dadelijk, intussen.

Signaalwoorden:
bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou

Als je met de Thalys van Amsterdam naar Parijs reist, maak je drie tussenstops: eerst in Rotterdam, dan in Antwerpen en vervolgens in Brussel

Adriana kookt graag buitenlandse gerechten, zoals couscous en paella.

tegenovergestelde dingen genoemd

Signaalwoorden:
tegenover, daarentegen, maar, hoewel, echter, toch, ofschoon, ondanks dat, aan de ene kant... aan de andere kant...

Als zaken achter elkaar worden genoemd

Signaalwoorden:
ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), bovendien, verder, ten slotte, en, niet alleen....maar (ook); met liggende streepjes (-), getallen (1, 2, 3) of met 'dots' *

Hoewel hij miljonair is, leidt hij een vrij sober leven.

Concluderend verband

Voorwaardelijk verband

Redengevend verband

Oorzakelijk verband

onder welke voorwaarden iets gebeurd

Signaalwoorden: als, dan, indien, tenzij, wanneer

Waarom iemand iets doet of vindt

Als het mooi weer is, dan gaan we naar het strand

Signaalwoorden: omdat, daarom, dus, want, de reden hiervoor is.

Omdat het ijskoud is (reden), trek ik een warme trui aan (besluit).

een aantal uitspraken worden tot een conclusie getrokken

Signaalwoorden: dus, daarom, dat houdt in, kortom, concluderend

Iets gebeurt buiten je wil

Signaalwoorden: doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door, het gevolg is, dus, dankzij.

Roos heeft de hele week zitten leren voor proefwerkweek. Zij zal haar toetsen dus wel goed maken

Doordat het ijskoud is (oorzaak), zijn de planten in mijn tuin bevroren (gevolg).