Professionele capaciteit in de superdiverse school
Oratie Severiens

Diversiteit

Diversiteit in de achtergrond van de leerlingen

Capaciteit

Capaciteit om met superdiversiteit om te gaan

Niet alleen etniciteit maar ook verblijfstatus, arbeidsmarktpositie, opleidingsniveau, religie, taal, sekse, leeftijd en ruimtelijke verdeling. Een interactie tussen al deze variabelen.

Geneva Gay

Belangrijk om aandacht voor verschillen te hebben, maar je moet de verschillen niet groter maken dan ze zijn. Je moet het ook hebben over gemeenschappelijkheid. Er moet een balans zijn.

Lesgeven in grote steden

Vijf expertise op het gebied van:

  1. Taal (omgaan met taaldiversiteit in de klas).
  2. Didactiek en differentiëren.
  3. Sociaal psychologische fenomenen en sociale identiteit.
  4. Relatie tussen de school en de wijk.
  5. Ouderbetrokkenheid.




theorie van Tomlinson

Lesgeven in grote steden vraagt om expertise in het omgaan met culturele diversiteit en taalachterstanden, vraagt om vaardigheden om samen te werken en effectieve relaties op te bouwen met mensen binnen en buiten de school (waaronder de ouders) en, tot slot, om vaardigheden in het omgaan met geweld en onveilige situaties

Gedifferentieerde instructie

Differentiëren op drie vlakken:
Inhoud, proces en product
Er kunnen 3 kenmerken worden onderscheiden: Voorkennis, interesse en leerprofiel

Cohen

Peer status en academische status

ééndimensionale klas
Er wordt niet gedifferentieerd.
Alle kinderen doen dezelfde taken. Er is een sterke statusorde aanwezig.

Meerdimensionale klas
Er wordt wel gedifferentieerd. Er zijn meerdere status posities.

Differentiëren

Convergent differentiëren
Divergent differentiëren

Niet in alle lessen differentiëren
Alleen als er behoefte aan is/
wanneer je verwacht da het het leerproces zal bevorderen.