Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
§2.4 Omgangsregeling met het water (De driestapsstrategie (Bergen is de 2e…
§2.4 Omgangsregeling met het water
Door de klimaatverandering zullen overstromingen en wateroverlast toenemen. Nederland moet zich daar op aanpassen en moet er ruimte komen voor het toenemende water.
Ruimtelijke plannenmakers gebruiken de wettelijk verplichte watertoets.Daarmee worden de gevolgen voor waterveiligheid, wateroverlast, waterkwaliteit en watertekorten. Het mag de drietrapsstrategie niet in de weg staan en er mogen ook geen waterproblemen niet worden afgewenteld op naburige gebieden.
In het Nationaal Waterplan staat dat er een aanpak in drie stappen moet worden gevolgd om het teveel of tekort aan water in de hand te houden: vasthouden, bergen en afvoeren.
De driestapsstrategie
Bergen is de 2e stap van de drietrapsstrategie. Als vasthouden niet meer lukt wordt het water tijdelijk bewaard in open water, zoals plassen, vijvers, kanalen of retentiebekken. Retentiebekken is een lager gelegen gebied dat speciaal is ingericht om een teveel aan water dat niet kan worden vastgehouden, tijdelijk te bergen om overlast voor ander gebieden te voorkomen.
In Rotterdam is een plein gebouwd om water te bergen. Het is een waterplein dat bij overmatige regenval kan dienen als opvangbassin voor overtollig water om daarmee het afvoer systeem te ontlasten.
Afvoeren is de derde stap. Pas als vasthouden en bergen echt niet meer mogelijk zijn mag het water afgewenteld worden op een ander gebied.
De overstromingskans kan bedreigd worden en het aangevoerde water kan een afwijkende samenstelling hebben waardoor het andere water vervuild hebben.
Vasthouden wil zeggen dat een teveel aan water tijdelijk wordt verspreid over een grote oppervlakte. Als regenwater niet wordt afgevoerd stijgt de waterstand soms boven het maaiveld uit.
Rioolwater wordt meestal afgevoerd via de riolering maar bij hevige regen stroomt deze over en vervuild hiermee de sloten en vijvers. Men kan het ook direct in de grond laten zakken.
Groene daken zijn ook een oplossing. Dit neemt veel regenwater op en houdt dat lang vast.
In Nederland is voldoende zoet water beschikbaar. Een groot deel komt uit het IJsselmeer.
De noordelijke helft van Nederland wordt vanuit het IJsselmeergebied voorzien van zoet water. Door klimaatverandering kan de watervoorraad kleiner worden, terwijl de vraag toeneemt.
Door een stijgende zeespiegel wordt het steeds moeilijker om het overtollige water te spuien op de Waddenzee. Vooral in de winterperiode met stromen en een neerslagoverschot komt de waterveiligheid sterk onder druk te staan. Tot 2050 zoekt men de oplossing in het plaatsen van pompen op de Afsluitdijk.
Door zeesiegelstijging en hogere rivierafvoeren komt de waterveiligheid in gevaar. Toch moet het deltagebied in extreme omstandigheden overtollig rivierwater tijdelijk kunnen opvangen, ook in de toekomst.
De te verwachten lagere rivierafvoeren in droge perioden hebben consequenties voor de zoetwatervoorziening. Dat geldt zeker voor Zuidwest-Nederland, dat nog meer dan nu omgeven zal zijn door zout water.
Het Deltaprogramma noemt een aantal maatregelen op deze problemen op te vangen. Zo worden nieuwe zoet water voorzieningen aangelegd en de Grevelingen krijgt zijn getijdewerking voor een deel weer terug om de natuurlijke waarden te herstellen.
Omdat water door verschillende landen stroomt moeten er internationale afspraken gemaakt worden. Problemen die omringende landen afwentelen komen op Nederland af. Deze landen werken op fluviaal, het stroomgebied van de rivier, samen.
In 1950 werd er een commissie ter bescherming van de Rijn opgericht, de Rijnconferentie.