Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Aardrijkskunde V4 | H2 Klimaat (Paragraaf 2: Wereldwijde luchtstromen (De…
Aardrijkskunde V4 | H2 Klimaat
Paragraaf 1 : Stralingbalans naar de aarde
De stralingbalans
De straling die de aarde ontvang, wordt door de atmosfeer en het aardoppervlak verwerkt en uiteindelijk weer terug naar het heelal gestraald.
Inkomende zonnestraling bestaat uit
kortgolvige straling
Kortgolvige straling wilt zeggen dat binnen de straling de energie heel compact vervoerd wordt.
De zonnestralen die worden teruggestuurd zijn
langgolvig
De energie wordt minder compact vervoerd. Het landoppervlakte straalt meer langgolvige straling uit dan het aan kortgolvige ontvangt.
Dit komt door het broeikaeffect.
Het proces van kortgolvige en langgolvige straling is
stralingsbalans
.
Er is een dynamisch evenwicht, omdat het gemiddeld in evenwicht is, dus niet op elk moment van de dag. Als er geen evenwicht was, zou de aarde opwarmen of afkoelen
Paragraaf 2: Wereldwijde luchtstromen
De atmosferische circulatie
1.) De zon staat hoog aan de hemel in de tropen waadoor het er warm is
2.) Lucht zet bij opwarming uit, waardoor er per volumeeenheid minder luchtdeeltjes zijn.
3.) De lucht is minder zwaar en drukt minder hard op het aardoppervlak.
We spreken hier van een
lagedrukgebied
4.) Door de lage druk kan de lucht makkelijk opstijgen.
5.) De luchtdruk neemt af met de hoogte. Daardoor zet opstijgende lucht op grotere hoogte nog verder uit
6.) Uitzetten gebeurd zonder opwarming, dus de lucht koelt af: de benodigde warmte wordt aan de lucht zelf onttrokken
7.) Omdat koudere lucht minder vocht vast kan houden, gaat het smiddags regenen.
1 more item...
Alle luchtdromen bij elkaar noemen we
atmosferische circulatie
Lucht droomt altijd van hoge naar lage druk
Het corioliseffect
Lucht stroomt van een hoge naar een lage druk, maar krijgt een afwijking doordat de aarde draait.
Als je met de wind in de rug kijkt, is deze afwijking op het zuidelijk halfrond naar links en naar het noordelijk halfrond naar rechts.
Dit effect heet
wet van Buys Ballot
of het
Corioliseffect
De afwijking in de wind wordt veroorzaakt doordat de baansnelheid op de evenaar hoger is dan bij ons.
Als de wind van hoge naar lage baansnelheid waait, raakt de wind voor.
Als de wind van lage naar hoege baansnelheid waait, raakt de wind achter. Dit gebeurd bij
passaten
Passaten en moessons
De wind op het noordelijk halfrond dus meestal uit het noordoosten en op het zuidelijkhalfrond uit het zuidoosten. Deze winden noemen we
passaten
Omdat de hoogte van de zon varieert met het jaargetijde waait de passaat niet altijd
. In onze zomer staat de zon verder naar het noorden, in onze winter juist verder naar het zuiden.
Het lage drukgebied rond de evenaar shuift dan ook naar het noorden in onze zomer en naar het zuiden in onze winter
Het lagedrukgebied rond de evenaar:
het intertropische convergentiezone {ITCZ}
Het ITCZ verschuift ook naar het noorden in onze zomer en naar het zuiden in onze winter.
Dit gebeurt het sterkste boven landmassa's omdat die sterker opwarmen dan oceanen.
In onze zomer kruist de zuidoostelijke passaat dus naar de evenaar.
Op het noordelijk halfrond gekomen krijgt de wind een afwijking naar rechts en waait dan als zuidwestelijke wind op de kust van India naar de ITCZ.
Paragraaf 3: Oceaan en Zeestromen
Zeestromen
Zeestromen onstaan doordat de wind die over de zee waait als het ware zeewater mee sleurt.
We noemen een zeestroom een
warme zeestroom
als ze uit een relatief warm gebied komt.
We noemen een zeestroom een
koude zeestroom
als ze uit een relatief koud gebied komt