Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
RAPPORTEREN EN REGISTREREN (HFST 5: SURVEY OPMAAK, DATAVERWERKING EN…
RAPPORTEREN EN REGISTREREN
HFST 1: INLEIDING
1.Wie - 2. Onderwijsvorm/evaluatie
Waarom?
begrijpen van rapporteren en wetensch.literatuur
Inzicht verwerven in fundamenten en spelregels van onderzoek
Onderscheid tssn gezond verstand en wetenschappelijke theorie
Weerstand tegen persuatieve communicatie
Accurater rdeneren over dagelijkse realiteit &
kritische analyse van berichtgeving & onderzoek
Situering
Basisprincipes van degelijk onderzoek
Empirisch
Systematisch
Intersubjectief en repliceerbaar
Cyclisch en zelfcorigerend
inductie
deductie
HFST 2: IDEEÊN ONTWIKKELEN EN VERFIJNEN
1.Verwondering en soorten relaties
Univariaat onderzoek
Bivariaat onderzoek
Multivariaat onderzoek
Onderzoeksvraag
Literatuurstudie
Literatuurstudie ( primaire bronnen)
Primaire en secundaire bronnen
Journalisten interpreteren onderzoek
Primaire bronnen >< Secundaire bronnen
Boeken
Tijdschriften
Kranten
. 3. Context (secundaire bronnen)
elk onderzoek is ingebed in een context
context: indirecte bronnen
secundaire bronnen
Internationaal Europees Federaal Vlaams Provinciaal Stedelijk
Onderzoeksonderwerp & vragen
Soorten onderzoek
1.Theoretisch gedreven benadering
Praktisch gedreven benadering
Theorie >< praktijk
Evoluerend
Adviserend
Onderzoeksvragen en hypothesen
Na verwondering --> doelgerichte specifieke vragen
van onderzoeksonderwerp (beleidsvraag) --> onderzoeksvraag en/of hypothese
Wat is een goede onderzoeksvraag
Onderzoeksvraag =
Hypothese =
Concepten
Pollock's model
Concept
Conceptuele definitie
Dimensies van het concept
Factoranalyse
Operationele definitie --> succes
Indicatoren
Attributen
Classificatie van indicatoren naar
Inhoud
Feiten en objectieve gegevens
Voorbeelden van feiten
Kennisniveau van de respondent mbt onderwerpen
Antwoordmogelijkheden
Open vragen: voordeel/nadeel
Gesloten vragen: wat/voordeel/nadeel
Meetniveau
Wat/ welke meetniveau's onderscheiden?
1.Nominaal
2.Ordinaal
Interval
Ratio
HFST 3: SURVEY ALS ONDERZOEKSVORM
Situering
Kwalitatief versus kwantitatief onderzoek
1.Kwantitatief onderzoek =
Kwalitatief onderzoek =
Complementair - niet contradictorisch
Voorbeelden van kwantitatief onderzoek
Voorbeelden van kwalitatief onderzoek
Interviewer bij kwalitatief onderzoek
Onderzoekscyclus bij: kwalitatief onderzoek kwantitatief onderzoek
Vormen van onderzoek
Kwalitatieve interviews
Kwalitatieve focusgroepen
Kwantitatieve inhoudsanalyse
Observatie van gedrag --> volgorde-effect
Kwantitatief experiment
Kwantitatieve surveys
3.Surveys
Doel
Populatie of steekproef
1.Algemene populatie
Specifieke populatie
voordelen
Nadelen
verschil tussen populatie en steekproef
Soorten surveys (zie overzicht)
Schriftelijke surveys
Telefonische surveys
Face-to-face surveys
Internet surveys
HFST 4: TECHNISCH ONDERZOEKSPLAN EN STEEKPROEF
Situering
Onderzoeksvorm bepalen
1.Beschikbare middelen: kosten-baten analyse
2.Stappenplan
1ste stap
2de stap
3de stap
Doelgroep
Technisch onderzoeksplan
Stappenplan
1ste stap
2de stap
3de stap
4de stap
5de stap
6de stap
7de stap
8ste stap
Praktisch denken
Pre-testen van onderzoeksvorm (pilootstudie)
Belang van een introductiebrief en stappenplan
Belang van een introductiebrief
Stappenplan voor de respondent
5.Steekproef
Steekproefeenheden
2.Kenmerken
Aard
Aselecte steekproef
Soorten
Enkelvoudige aselecte steekproef
Systematische steekproef met aselect begin
Gestratificeerde steekproef
Proportioneel
Niet-proportioneel
Selecte steekproef
Nadelen --> gevolg
Voordelen
Soorten
Occasionele of gemakkelijkheidssteekproef
Wat
Voordelen
Nadelen
Toepassingen
Beoordelingssteekproef
Snowball steekproef
4.Quotasteekproef
Omvang
voorbeeld Kop of Munt
Steekproeffout
Hoeveel mensen nodig?
HFST 5: SURVEY OPMAAK, DATAVERWERKING EN RAPPORTERING
Het belang van een goede vraag
Inwilligingstendens
Enkelvoudige vragen
Wat?
Nadelen
Meervoudige vragen
Wat?
Schaal?
Schalen berekenen
Rekenkundig Gemiddelde
Somscore
Antwoordcategorieën
Exhaustieve antwoordcategorieën
Mutueel exclusieve
Geen mening/ik weet het niet
Symmetrie
Gelijke verwoording
Visueel gelijke afstand
Structuur datamatrix
1.Vragenlijst en databestand
Invoeren van gegevens in databestand
Twee variabelen
Onafhankelijke variabele
Afhankelijke variabele
Bolletjes, rijen, kolommen
Opbouw van de datamatrix
Waarden (codeboek)
Originele waarden
Inleiding beschrijvende statistiek
Begrip beschrijvende statistiek
Verschillende meetniveaus
Frequentie van de variabelen
Frequenties berekenen
Frequenties presenteren
Frequentietabel
Absolute frequentie
Cumulatieve absolute
Relatieve frequentie
Cumulatieve percentages
Visueel frequenties presenteren
Grafieken
Wat?
Doel
Gemiddelde van variabelen
Categorische variabele
Metrische variabele
Twee variabelen combineren
Analyseren =
Stappen van analyseren
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Overzicht combinatiemogelijkheden
Categorisch >< categorisch
Kruistabel
Celfrequenties
Rijtotalen
Kolomtotalen
Drukproefomvang (n)
Vuistregel
Categorisch >< metrisch
Statistiek =
Onafhankelijke variabele
Afhankelijke variabele
3.Metrisch >< metrisch
Correlaties
Voorbeeld
Dichotomiseren
: