Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Taalactiviteiten peuters (Winter (Pak een praatplaat over het thema winter…
Taalactiviteiten peuters
Lente
Samen een boekje lezen en plaatjes bekijken over de lente, het is een rustgevend moment en stimuleert de taalontwikkeling. Het voorlezen prikkelt de fantasie en stimuleert onder meer de taal- en spraakontwikkeling. Het is leuk om interactief voor te lezen. Stel vragen aan een kind, bijvoorbeeld. “Waar is de boom gebleven” en een peuter zal enthousiast de auto aanwijzen in het boek.
Print een aantal plaatjes uit die te maken hebben met het thema lente. Noem een aantal woorden en laat de kinderen de plaatjes erbij zoeken.
Herfst
Allerlei typische herfst-dingetjes in het bos verzamelen en samen met de kindjes benoemen. Een leuke activiteit en erg leerzaam
Lees een boekje voor over herfst. Bijvoorbeeld het boek: de eekhoorn die slim wilde zijn Het boek gaat over een eekhoorn die fruit inslaat voor de winter en niet wil delen, maar het fruit is bedorven als hij eraan wil beginnen.
Na het boek kan je het bijvoorbeeld hebben over:
paddenstoelen (dit zijn ook schimmels) laat beschimmeld brood zien, of leg een boterham op een bord in de klas, en kijk hoelang het duurt voordat de boterham beschimmelt,
winterslaap, delen en eekhoorntjes.
Winter
Pak een praatplaat over het thema winter en laat de plaatjes zien en praat erover. Vraag ook aan de kinderen wat zij allemaal zien.
Als je met kinderen aan de tafel zit vraag je hoe het weekend is geweest, hebben ze nog wat leuks gedaan? Hoe zijn jullie naar het kinderdagverblijf gekomen? Wie heeft er al in de sneeuw gespeeld of geschaatst?
Print een a4tje utit met plaatjes over winter zoals een sneeuwpop, slee, sneeuw , ijs etc. en schrijf dit onder het plaatje met nog een blanke regel eronder zodat kinderen de woorden na kunnen schrijven.
Zomer
Print een zon uit met zonnestralen, aan elke zonnestraal tekenen de kinderen iets wat met de zomer te maken heeft. Later noemen alle kinderen op wat ze getekend hebben en waarom het bij de zomer hoort.
De leidster schrijft elke keer een woord op dat te maken heeft met de zomer, bijvoorbeeld zon, zee, strand, warm etc. Kinderen moeten dit proberen na te schrijven. Is dit lastig? Probeer het letter voor letter.
Vraag ouders om vakantiefoto's mee te nemen. Praat met elkaar wat je op de foto's ziet, wat het kind allemaal heeft gedaan op vakantie en of hij of zij er zelf nog meer over kan vertellen.
familie
plaatjes memorie spelen over een familie en die plaatjes benoemen, bijvoorbeeld opa, oma, zus, broer, mama, papa, tante etc.
vraag ouders om foto's van familie mee te nemen. Vraag de kinderen wie ze zijn, wat ze allemaal met elkaar gedaan hebben etc.
school
Stop verschillende voorwerpen met het thema school in een doos. Laat een kind grabbelen en er voorwerpen één voor één uit halen. Benoem het voorwerp als een kind er één te pakken heeft.
Pak een vertelplaat met allerlei gebeurtenissen over school. Ga met de kinderen aan tafel zitten en laat de plaates zien en praat er met de kinderen over.
Maak verschillende vingerpoppetjes. Geef alle kinderen een vingerpoppetje en laat ze een situatie na spelen over school.
dieren
Maak van een pollepel een vishengel. Bevestig hier een draadje aan met een magneet. Door verschillende dierenafbeeldingen uit te knippen en hier een paperclip of nietje aan te bevestigen kun je deze plaatjes opvissen. Samen met een kind benoem je de opgeviste plaatjes. Een thema als dierentuin of speeltuin kan hierbij erg leuk zijn.
Dierenliedjes zingen met de kinderen. Zingen stimuleert het praatproces enorm. Zing liedjes als: poesje mauw, hondje waf, ze kunnen zeggen wat ze willen etc.
Maak op papier een woordslang. Kinderen moeten dieren opnoemen en de leidster schrijft dit op. Als een kind bijvoorbeeld olifant heeft genoemd, moeten de andere kinderen kijken met welke letter het dier eindigt, in dit geval de T, met deze letter noemen de kinderen weer een nieuwe dieren naam op. Bijvoorbeeld: olifanT TijgeR RingslanG Giraffe etc.
school
Stop verschillende voorwerpen met het thema school in een doos. Laat een kind grabbelen en er voorwerpen één voor één uit halen. Benoem het voorwerp als een kind er één te pakken heeft.
Pak een vertelplaat met allerlei gebeurtenissen over school. Ga met de kinderen aan tafel zitten en laat de plaates zien en praat er met de kinderen over.
Laat een kind een kleurplaat over naar school gaan tekenen. Wanneer het kind aan het tekenen is, stel je vragen als: heb je er zin in om naar school te gaan, heb je al spulletjes gekocht etc.