Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
2.2 Biologische Psychologie (seksuele biologie (Geslachtelijke…
2.2 Biologische Psychologie
seksuele biologie
Geslachtelijke differentiatie
6 weken na de bevruchting heeft elke feutus hetzelfde paar gonadale structuren.
Gonads: Geslachtsorganen
cortex: buitenkant - ontwikkelt zich tot eierstok
medulla: interne kern - ontwikkeld zich tot testes
6 weken na de bevruchting - twee complete sets reproductive ducts
Mannen: wolffian system
- vermogen zich te ontwikkelen tot m geslachts organen
seminal vesicles: zaadblaas
vas deferens: waardoor de spermacellen reisen naar de zaadblaas
Vrouwen: mullerian system
uturus
vagina
fallopian tubes
Bij de bevruchting word het geslacht vastgesteld:
XX - vrouw
XY - man
Genitale ontwikkeling man
y chromosoom heeft SRY gen
SRY gen - ontwikkeling testes
testes produceren angrogeenen - testosterone
Testoserone leidt tot meer testosterone
testosterone leidt tot ontwikkeling seminal vesicles -zaadblaasjes & vas deferens - kanaal testes naar penis
testes producteren MIH (mullerian inhibitign hormone) die breken de mullerian ducts af
ontwikkeling penis en scrotum
Genitale ontwikkeling vrouw:
Geen y chromosoom - gonads ontwikkelen zich automatisch tot ovaria
wolffian ducts worden afgebroken
Ovariah produceren geen MIH dus mullerian ducts blijven
Ontwikkeling eileiders, baarmoeder, vagina.
Afwijkingen die zich voordoen
Androgen Insensitivity Syndome: XY maar vrouwelijke ID, cellen missen, angrogeenreceptoren en testosteron wordt niet geactiveerd.
Hermafroditisme: PMDS - persistent mulllerian duct system, abnormale geslachtsontwikkeling, mannelijke en vrouwelijk geslachtsdelen. Komt vanwege teveel testosteron tijdens prenatale ontwikkeling
Congenital adrenal hyperplasia (CAH) / Androgenital syndome AGS: xx maar ontwikkelt mannelijke geslachtsorganen.
dihydrotestosterong DHT: XX met mannelijke testosterone - overproductie testosterone bij puberteit.
Turner syndrome: XO, vrouw die geen of slecht ontwikkele geslachtsorganen. X chromosom ontbreekt.
superfemale: xxx - bijverschijnsel emotionele problemen - verminderde IQ
Klinefelter XXY: testosterone lager dan normaal. Minder manelijk, ontvruchtbaar en borstgroei
supermale: xxy zeer mannelijke mannen, extra lang, lange ledematen
Homoseksualiteit: Biologische basis
Onderzoek monozygote tweelingen: homoseksualiteit
testosterone level in 2e - 5de maand) kan een afwijking veroorzaken.
DES nakomelingen - hoger gehalte op homoseksualiteit
Verschil homo's en hetero's
Anterior commisure bij hetero vrouwen groter
suprachismatic nucleus: bij homo mannen groter dan hetero mannen - circadiaan slaapritme
anterior hypothalamus: bij hetero mannen 2x so groot
Hormonen:
Androgreen: (Testosteron) zorgt voor mannelijke kenmerken