Stel dat een potloodpunt een volume heeft van 0,05 kubieke cm en een massa van 0,11 g. Een koolstofatoom bestaat uit zes protonen en zes neutronen. De massa is dan 6,0 u + 6,0 u=12,0 u. In gram is dat 12 x 1,67 x 10 tot de macht 24= 2 x 10 tot de macht 23 g
De atoommassa van een koolstofatoom is dus 2 x 10 tot de macht 23 g.